Ali (Rafi Pitts) is ontslagen uit de gevangenis en vindt een baan als nachtwaker in een fabriek. Met moeite combineert hij dit werk met zijn wens ook tijd aan zijn vrouw en dochter te kunnen besteden, maar zijn werkgever vind dat hij als ex-gevangene zijn recht op betere werktijden verspeeld heeft. Wanneer hij van een jacht in de bossen thuis komt is zijn gezin afwezig. De politie laat hem op het bureau komen en na een tergend lange wachttijd en toenemende onzekerheid krijgt hij uiteindelijk te horen dat zijn vrouw in een vuurgevecht tussen politie en demonstranten per ongeluk is gedood. Wanhopig probeert hij zijn vermiste zes-jarige dochter te vinden, maar ook haar moet hij identificeren in het lijkenhuis. Uit frustratie schiet Ali twee agenten dood en vlucht hij de bossen in. Daar wordt hij gearresteerd, maar wanneer de agenten verdwalen lopen de emoties hoog op. De zwijgzame hoofdpersoon wordt veelal van dichtbij door de camera gevolgd, op andere momenten wordt afstandelijk zijn eenzame wachten verbeeld; op zijn familie, op nieuws, op de politie, in gangen en wachtruimtes. Vanaf zijn wraakactie komen daar prachtige vergezichten bij. Het overzicht over de snelwegen en de stad, maar vooral de prachtige beelden van het woud, waar het drietal in de stromende regen een bizarre confrontatie aangaat. De grijze regensluiers geven de bemoste bomen en hellingen en een blauw vervallen huis een prachtige glans en leggen een onheilspellende nevel over de finale.