Marokko 1981, de maand van de Ramadan. Samen met Mehdi, haar zeven jaar oude zoontje, trekt Amina in bij haar schoonvader Ahmed. Hij woont in een Berberdorp midden in het Atlasgebergte. Mehdi's vader zit in de gevangenis, maar de jongen denkt dat hij aan het werk is in Frankrijk. Zijn moeder en opa houden deze illusie in stand om de jongen te beschermen.
Op school heeft Mehdi de bevoorrechte positie om te zorgen voor de stoel van de leraar. De stoel staat symbool voor de autoriteit van de schoolmeester. Mehdi's relaties met het dorp, zijn vrienden en de wereld draaien om dit object. Als er wat gebeurt met de stoel draait de onderwijzer door en zijn de gevolgen voor Mehdi en zijn familie niet te overzien. De belangrijkste zorg van Amina is Mehdi te behoeden voor ellende. Maar hoever kan ze daarin gaan? De voorzichtige balans in hun leven dreigt iedere dag verstoord te worden…