In de jaren zestig en zeventig maakte Antonia Santiago Amador alias 'La Chana' furore als flamencodanseres - totdat ze ineens uit de schijnwerpers verdween, op het hoogtepunt van haar loopbaan. Na een optreden in de film The Bobo (1967) nodigde tegenspeler Peter Sellers haar uit in Hollywood, maar zover is het nooit gekomen. In haar barokke boudoir in Barcelona onthult de danseres, inmiddels bejaard en slecht ter been, de reden voor die plotselinge carrière breuk. Intussen bereidt ze zich met vrienden en familie voor op een voorstelling waarin ze zal optreden - zittend weliswaar, maar nog altijd met indrukwekkend voetenwerk.