Parijs, 1964. Alberto Giacometti, de gevierde kunstenaar, ziet zijn oude vriend weer, de gerespecteerde Amerikaanse criticus James Lord, en stelt voor dat hij poseert voor een portret, omdat hij een interessant gezicht heeft. Lord is gevleid door het verzoek, maar wanneer de dagen voorbij gaan en er zelfs na weken schijnbaar geen einde in zicht is, realiseert hij zich dat zijn hele leven is gekaapt door de grillige genie. De veranderingen tussen frustratie en vreugde zorgen er uiteindelijk voor dat Lord de logica ziet in de chaotische geest van de kunstenaar en getuigen ervan dat Giacometti een van zijn laatste meesterwerken voltooit.