In november 1984 krijgt de gezagsgetrouwe Stasi-agent Wiesler de opdracht het leven van de succesvolle toneelschrijver Georg Dreyman en zijn levensgezel Christa-Maria Sieland te schaduwen. Wiesler wordt geconfronteerd met de voor hem vreemde wereld van liefde, literatuur en het vrije denken, waardoor hij zich de nutteloosheid van zijn bestaan realiseert. Hoe meer hij in aanraking komt met deze nieuwe wereld, hoe groter het besef groeit dat de Stasi ook zijn eigen leven ernstig beperkt.