De 40-jarige Clara leidt een teruggetrokken leven waarin ze een zekere verbondenheid voelt met de natuur en met God. Door de dorpelingen wordt ze gezien als een heler, een gave waarmee ze haar gezin onderhoudt. Wanneer Clara zich aangetrokken voelt door het nieuwe liefje van haar nicht voelt ze niet meer de dwang om haar seksualiteit te onderdrukken. Ook op fysiek als mystiek vlak lijkt Clara haar grenzen te verleggen. In de zoektocht naar haar ware zelf onttrekt Clara zich steeds meer van haar rol als heilige.