Parijs in de roaring twenties. We volgen Maurice Ravel, op dat moment als de belangrijkste (nog levende) componist van het land werkt aan een compositie voor Ida Rubinstein, een extravagante Russische choreografe. Iets zinderends moet het worden, erotisch en gewaagd. Hoe dichter de deadline nadert, hoe groter zijn writer’s block wordt. Tot daar ineens een ritme is, en een opzwepende, sensuele melodie die de basis vormen voor wat zijn wereldberoemde meesterwerk is geworden: de Boléro.