Sinds haar tienerjaren heeft Ah Tao als dienster gewerkt voor de familie Leung. Nu, na zestig jaar dienst, is Roger het enige familielid dat nog in Hong Kong is gebleven en voor wie ze altijd heeft gezorgd. Op een dag komt Roger thuis van zijn werk en blijkt dat Ah Tao een beroerte heeft gehad. Ze geeft aan haar werk op te willen geven en wordt in een bejaardentehuis geplaatst. Rogers moeder komt op bezoek vanuit Californië en Roger vertelt haar hoezeer hij aan Ah Tao gehecht is geraakt. Zijn moeder stelt voor Ah Tao een eigen appartement te geven, maar intussen gaat de gezondheid van Ah Tao sterk achteruit.