De twaalfjarige Zlata moet haar weg vinden in België nadat ze de oorlog in thuisland Oekraïne moest ontvluchten. Haar vader Petro en Findus, de kat, bleven achter, moeder Ira en broertje Martin kwamen mee. Stap voor stap verkent het puberende meisje niet alleen haar nieuwe leefwereld maar ook haar eigen identiteit. In afwachting van de onzekere komst van haar vader, stelt Zlata zich langzaam maar zeker open.