In 1933 treedt Albert Pierrepoint in de voetsporen van zijn vader en groeit uit tot de meest gevreesde, maar ook de meest gewaardeerde executeur van het land. In zijn carrière is hij verantwoordelijk voor de ophanging van 608 gevangenen, tot hij onverwacht ontslag neemt in 1955. Hij leidt een leven als groenteboer en liefhebbende echtgenoot. Zijn obsessie om de 'nummer één ooit' te worden, resulteert in een voortzetting van zijn werk als executeur en de ophanging van moordenaars en oorlogsmisdadigers.