Op een warme zomernacht, aan de voet van het viaduct van Vilvoorde, een voorstad van Brussel, laadt een familie het hoogstnoodzakelijke in een aanhangwagen. Gilles Bedard, 40 jaar, en zijn van origine Spaanse vrouw, Germaine zijn aan het einde van hun Latijn. Enkele maanden geleden is hun oudste dochter, Rolande, 16 jaar, dood aangetroffen aan de voet van de brug. Gilles is ervan overtuigd dat zijn dochter vermoord werd, en schuift de schuld op deze vervloekte maatschappij die hem werk en een gelukkig leven met zijn vrouw en hun vier kinderen ontzegt: Muriel (17jaar), Albert (14) en de tweeling Janine en Ronald (7jaar). Sinds enige tijd dringt Germaine er bij Gilles op aan om naar haar geboortestreek in de Spaanse Pyreneeën te trekken waar 'solidariteit' geen ijdel woord is - in haar herinnering. Gilles heeft er zich altijd tegen verzet, maar nu verandert hij van idee: omdat hij vernomen heeft dat de vermeende moordenaar van zijn dochter zich in Spanje bevindt, in de Pyreneeën. Voor zijn vrouw en kinderen is het de gedroomde kans om een nieuw leven te beginnen. Gilles telt alleen de wraak. En daar gaat de familie Bedard op de Franse en Catalaanse wegen in het oude wrak dat ze 'hun auto' noemen. De reis brengt de hele familie eindelijk bijeen. In ontroerende en grappige scènes ontdekken de leden van de familie elkaar...