Het verhaal begint met de dood van Rosa, de grootmoeder van de Rashevski's, een familie met joodse roots. Ze verafschuwde deze religie en vooral de rabbijnen, maar toch heeft ze een plaats gereserveerd op het joodse deel van het kerkhof. De familieleden zijn compleet verrast. Door dit gebeuren beginnen ze terug na te denken over hun positie en houding tegenover de joodse godsdienst. Dit heeft verstrekkende gevolgen, en niet in de laatste plaats binnen hun relaties.