Johann is op zichzelf aangewezen als hij de boerderij van zijn familie erft in een afgelegen streek in Frankrijk. Johann voelt zich sterk verbonden met het landschap en de dieren en klampt zichzelf zo vast aan zijn familietraditie, dat hij als enige van de boerencoöperatie weigert mee te buigen met de economische tegenwind. In een tijdperk van globalisatie blijkt de beoogde charme van het platteland nog steeds pijn, hoop en hard werken. Als de winter nadert staat de koppige jonge boer op het punt alles in het leven te verliezen.